In Bibracte
stelden zich bijna alle gallische stammen onder V.
Om dit grote gevaar het hoofd te bieden verenigde
Caesar zich met de uit het noorden terugkerende
Labienus en trok naar het zuiden ter bescherming
van de romeinse provincie. Onderweg daarheen
werd hij in het open veld door V. aangevallen, die
echter een nederlaag leed en zich terugtrok in de
vesting Alesia,
waar hij door de Romeinen werd
ingesloten. Een gallische ontzettingsmacht werd na
hevige gevechten teruggeslagen. Honger dwong V.
tenslotte tot overgave. Na een gevangenschap van
zes jaar werd hij door Caesar in 46 in zijn triomftocht
meegevoerd, waarna hij in de carcer ter
dood werd gebracht. Hiermee stierf een van de
gevaarlijkste tegenstanders van Caesar en een zeer
opmerkelijke persoonlijkheid.
Lit. Caesar, De bello Gallico 7. Cassius Dio 40, 39-40. - M. Gelzer (PRE 8A, 981-1008). A. de Franciscis (EAA 7, 1134v). - C. Jullian, Vercingétorix (Paris 1901,²1977). R. Latouche, Gaulois et Francs. De Vercingttorix à Charlemagne (Grenoble/Paris 1965). S. L. Dyson, Native Revolts in the Roman Empire (Historia 20, 1971, 239-274). J. Severin, V. (Helmond 1972). R. Potier, Le nénie militaire de Vercingétorix et le mythe Alise Alésia (Clermont-Ferrand 1973). - Munten: J. B. Colbert-de Beaulieu, Les monnaies de Vercingétorix. Nouvelles acquisitions (Gallia 24, 1966, 21-28; 28, 1970, 1-9). [A.J. Janssen]