Auxilia

Auxilia ('hulptroepen'), latijnse naam voor de niet uit romeinse burgers gevormde troepeneenheden die aan het romeinse leger werden toegevoegd. Tijdens de beide laatste eeuwen van de republiek namen de auxilia, die oorspronkelijk beperkt bleven tot gespecialiseerde corpsen zoals boogschutters en slingeraars, sterk in aantal en betekenis toe. Door keizer Augustus werden ze georganiseerd en tot een vast bestanddeel van het rijksleger gemaakt. De totale sterkte van dit hulpleger wordt voor de tijd van Augustus op ca. 130.000, voor de tweede eeuw nC op ca. 225.000 manschappen geschat. De auxilia omvatten zowel infanterie als cavalerie; de eerste was gegroepeerd in cohortes van 500 of 1000 man, de tweede in alae. De commandanten van de auxilia, praefecti geheten, waren aanzienlijke leden van het volk waaruit de manschappen waren gelicht, of oud-centurionen van het romeinse leger. In de 2e en 3e eeuw werden de auxilia steeds meer met de legioenen gelijkgesteld.


Lit. A. von Domaszewski (PRE 2, 2618-2622). - G. L. Cheesman, The Auxilia of the Imperial Roman Army (1914). E. Stein, Die kaiserlichen Beamten und Truppenkörper im romischen Deutschland unter dem Prinzipat (Wien 1932) 120-224. [Nuchelmans]


Resgister