De Thermen van Nero werden gebouwd
in 62 n.Chr. in het middendeel van de
Campus Martius, tussen het Stadion van Domitianus
en het Pantheon als 2e groot openbaar badgelegenheid
(Suet. Nero 12); een andere naam was het Gymnasium van Nero. Het complex
werd later gerestaureerd door Alexander
Severus in 227 n.Chr. en is daarom ook
bekend onder de naam de Thermen van
Alexander. De plattegrond toont een
groot complex (190 x 120m) met kamers die symmetrisch
zijn gebouwd rond een centraal
middelpunt. Dit is vermoedelijk het
eerste en oudste voorbeeld van thermen
met deze indeling van de ruimte en
werd als voorbeeld gebruikt voor alle latere
thermen. Er zijn nog enkele resten (een hypocaustum)
zichtbaar in de binnenplaats van het Palazzo Madama en bij de
S. Salvatore in Thermis. Loden pijpen zijn
aangetroffen op de hoek van de Piazza en de Salita dei
Crescenzi (CIL 15, 7271) Ook werden vier zuilen van
rood graniet aangetroffen waarvan er twee door paus Alexander VII
in 1666 werden gebruikt om de linkerhoek van de pronaos van het
Pantheon te herstellen.