Elisa (hebreeuws 'ĕlīša': God heeft geholpen), naam van de profeet, op wie Elia zijn mantel wierp als symbool van opvolging en overdraging van macht (1Kg 19,19-21). Een tijdlang volgde hij zijn geestelijke 'vader' (2Kg 2,12) totdat deze ten hemel opgenomen werd. Rondom E. is een cyclus van verhalen overgeleverd, die opgenomen zijn in en tussen de annalen van Joram, Jehu, Joahaz en Joas, koningen over Israël in de tweede helft van de 9e en het begin van de 8e eeuw vC. Daarin wordt hij beschreven als een man, die actief deelnam aan de binnenlandse politiek en aan de strijd van Israël tegen Moab (2Kg 3,9-20) en Aram (6,21-7,20). Aan E. werden vele wonderen toegeschreven.
Het verhaal van de genezing
van de zoon van de Sunamitische (2Kg 4,1837)
is een parallel van een verhaal over Elia (1Kg
17,17-24), evenals dat van de wonderkruik die een
gezin van de hongerdood redt (1Kg 17 ,13-16 en 2Kg
4,1-7). Het meest bekend is de genezing van Naäman,
de legeroverste van de koning van Aram, die
van zijn melaatsheid verlost werd door onderdompeling
in de Jordaan (2Kg 5,1-27). Voorts werden
van hem verteld dat hij slecht water gezond had
gemaakt (2,19-22; de bron wordt bij Jericho nog
steeds aangewezen), giftig voedsel eetbaar had gemaakt
(4,38-41) en honderd man wonderbaarlijk
had gespijzigd met twintig gerstebroden (4,42-44).
Deze en dergelijke geschiedenissen bewijzen de populariteit
van de profeet, die als persoonlijkheid
onder zijn meester blijft staan. Op zijn sterfbed bezocht
hem koning Joas, aan wie hij een voorspelling
aangaande de strijd met Aram meegaf. Aan zijn
graf, zo wist men te vertellen, kwamen nog wonderen
voor (13,14-21).
Lit. K. Galling, Der Ehrenname Elisas und die Entrückung Elias (ZThK 53, 1956, 129-148). R. S. Wallace, Elijah and Elisha (Edinburgh 1957). J. Heller, Drei Wundertaten Elisas (Communio Viatorum, Praag 1959, 883-85). C. Alcaina Canosa, Panorama critico del ciclo de Eliseo (Estudios Biblicos 23, 1964, 217-234). J. M. Miller, The Elisha Cycle and the Accounts of the Omride Wars (Journ. Bibl. Lit. 85, 1966, 401-435). Zie verder Elia.
Voor de verhalen over E. in de rabbijnse overlevering zie
L. Ginzberg, The Legends of the Jews 4 (Philadelphia 1947)
239-253 .
[Beek]