Peregrinatio (pelgrimstocht). In het bijzonder de p. ad loca sancta (pelgrimstocht naar de heilige plaatsen, nl. in Palestina) nam in de 4e eeuw een grote omvang aan. Ze werd gestimuleerd doordat Constantijn en zijn zonen grootse kerken op de gedachtenisplaatsen bouwden, terwijl ook de theologische disputen van die tijd de belangstelling voor Jezus als historische persoon vergrootten. Bekende reisverslagen van pelgrims zijn de reisbeschrijving van de pelgrim van Bordeaux (Itinerarium) uit 333, het Itinerarium Egeriae (waarschijnlijk uit ca. 415) en dat van de anonymus (Antoninus?) van Piacenza (ca. 570). Het Itinerarium Egeriae, vroeger gewoonlijk aangeduid als Peregrinatio Aetheriae, bevat een pittoreske beschrijving van een door een aanzienlijke abdis uit het Westen (Noord-Spanje?) ondernomen pelgrimstocht naar de heilige plaatsen. Het bevat ook een uitgebreide beschrijving van de liturgische plechtigheden gedurende de Goede Week te Jeruzalem.
Terwijl aanvankelijk het aantal gedachtenisplaatsen uit het OT overwoog, groeiden weldra de gedachtenisplaatsen die betrekking hadden op gebeurtenissen uit het NT sterk, zodat uiteindelijk vrijwel alle in het NT vermelde feiten gelocaliseerd waren en hun eigen cultusplaatsen hadden. Er ontwikkelde zich een levendige vraag naar en handel in relikwieën.
Tal van hospitia en pelgrimsherbergen ontstonden,
vooral in de nabijheid van kloosters. Aan een tocht
naar het H. Land verbond men dikwijls een bezoek
aan andere pelgrimsplaatsen uit het Oosten, zoals
aan Edessa, Ephese en Chalcedon, alsmede aan de
monniken in Egypte en Mesopotamië. Graven van
bekende martelaren, verspreid over heel het Imperium,
trokken eveneens geleidelijk veel bezoekers,
in het bijzonder de catacomben bij Rome en de
graven van de apostelen Petrus en Paulus, getuige
de talrijke graffiti uit de 4e en 5e eeuw.
Lit. Voor de uitgaven van pelgrimsberichten zie
Itinerarium.
Verder: H. Pétré, Ethérie,
Journal de Voyage (SC 21; Paris
1957). D. Baldi, Enchiridion locorum sanctorum² (Jeruzalem
1955). - H. Leclercq, Pèlerinage à Rome (DAL 14, 40-65).
Id., Pèlerinages aux lieux saints (ib. 65-176). F. Wotke (PRE,
Suppl. 7, 1940, 875-885). - B. Collin, Les Lieux-Saints (Paris
1948). B. Kötting, Peregrinatio religiosa (Münster in W.
1950). Id., Gregor von Nyssa's Wallfahrtkritik, in Studia
Patristica 5 (TU 80, Berlin 1962) 360-367. [Bartelink]