Ramesseum


tempel

Ramesseum, moderne benaming van de dodentempel van Ramses II, die aan Amon was toegewijd en gelegen was in de necropool van Thebe. Zijn egyptische naam was 'het kasteel van miljoenen jaren van de koning Oesermaatrë'. Door Diodorus 1,47-49 werd hij ten onrechte 'het graf van Osymandyas' genoemd. Tegen de zuidzijde van de eerste hof is, zoals te Medinet Habu, een paleis aangebouwd. Tegen de noordzijde van de hypostyle zaal leunde een kleinere dodentempel aan, die aanvankelijk aan Seti I toegeschreven werd, doch vermoedelijk door deze en door Ramses II voor Tuja, resp. hun echtgenote en moeder, werd gebouwd. Aan drie zijden is het R. omringd door uitgestrekte bijgebouwen en overwelfde magazijnen. In dit gedeelte legde J. E. Quibell ca. 1896 ongeveer tweehonderd graven uit het Late Tijdperk en enkele uit het Middel-Rijk bloot. Een van deze laatste bevatte een houten kist waarin, behalve het gereedschap van een tovenaar en arts, de 23 sindsdien beroemd geworden 'R.papyri' lagen, die religieuze, literaire, historische, onomastische en medico-magische teksten bevatten uit de tijd vóór Amenemhet III.



Lit. Porter/Moss² 2, 431-443. Gamal Mokhtar, Le Ramesséum et sa documentation, in Textes et langages de l'Égypte pharaonique 2 (Institut français d'Archéologie orientale, Bibliothèque d'étude 64, 2, Le Caire z.j. (1972) 95-102). Over de Ramesseum Papyri zie W. K. Simpson, ib. 65v. [Vergote]


Terug naar Thebe Lijst van Goden