Bonna, nederzetting van de Ubiërs en romeinse
vesting op de linker Rijnoever, gelegen ca. 25 km
ten zuiden van Keulen en behorend tot de provincie
Germania inferior; thans Bonn.
Van ca. 40 tot 70 nC lag in B. de legio I
Germanica (Tacitus, Historiae 4, 19), die wegens
haar onwaardig gedrag in de opstand der Bataven
kort na 70 werd opgeheven. Later was B. standplaats
van de legio I Minervia; dit door keizer
Domitianus
opgerichte legioen lag er in 295 nog.
In 359 werd de stad door Julianus Apostata hersteld.
Het eigenlijke castellum, waarvan reeds in
1818 delen blootgelegd zijn, vormde een vierkant
van 525 bij 525 m. Bij opgravingen onder de munsterkerk
zijn vele wijaltaren ter ere van de
Matronae
aan het licht gekomen, die zich thans met
andere interessante vondsten in het Bonner
Provinzialmuseum bevinden (zie rechts).
Lit. E. Sadée, Das römische Bonn (Bonn 1925). [Stolte/Nuchelmans]