Cephallenia (Κεφαλληνία), het grootste van de z.g. westgriekse of ionische eilanden, gelegen recht voor de Golf van Patras tussen Leucas en Zacynthus en langs de noordoostkust geflankeerd door Ithaca, waarvan Cephallenia slechts door een smalle zeeëngte gescheiden is; thans Kefallinia.
De oppervlakte van het grillig gevormde, aan landschapschoon rijke eiland bedraagt ca. 770 km², de grootste lengte meet 50 km, het hoogste punt 1628 m. De vier antieke steden van C. waren Same, Pronni, Pale en Crane; de bewoners waren van dorische stam.
Het eiland was, zoals uit necropolen blijkt, reeds welvarend in de myceense tijd (in de Odyssee komt het voor onder de naam Same. In de peloponnesische oorlog stond het aan de zijde der Atheners, van 225 tot 189 behoorde het tot de aetolische bond, sindsdien stond het onder romeinse heerschappij. De archeologische vondsten zijn tot nu toe van weinig belang.
Lit. Philippson/Kirsten 2, 503-527. Kirsten/Kraiker 722v. L. Bürchner (PRE 11. 193-215). D. Levi (EAA 2, 452v). P. Kavvadias, Anaskaphai en Kephalleniai (Athene 1910). [Nuchelmans]