Cynuria (Κυνουργία lett. 'hondestaart'), naam van
enkele langgerekte landschappen in Griekenland.
Het bekendst zijn:
(1) Cynuria op de Peloponnesus, ongeveer 70 km lang, sterk afgesloten gebied ten oosten van de bergrug Parnon, in de omgeving van het huidige Leonidhi. C. bestaat vooral uit hoogvlaktes en is ruig en ravijnachtig; slechts in het noorden is aan de kust een vruchtbare laagvlakte, het gebied van Thyrea. Er lagen slechts enkele steden, en het gebied ontwikkelde geen politieke eenheid.
Oorspronkelijk werd C. bewoond door Ioniërs; door Argos werd het gedoriseerd. Na lange strijd kreeg in het midden van de 6e eeuw Sparta C. in zijn macht; in 431 vestigde het te Thyrea de bewoners van Aegina, die door Athene waren verdreven. In 424 wist Athene echter door een raid op de stad te verhinderen dat deze een basis werd in de peloponnesische oorlog. Ooh in later eeuwen bleven Argos en Sparta om C. vechten; in 338 gaf Philippus II van Macedonië het aan Argos.
Tot in moderne tijden is C. een geïsoleerd gebied
gebleven, wat blijkt uit de handhaving van een eigen
dialect, het tsakonisch, waarin elementen uit de
oudheid bewaard zijn gebleven.
Lit. Pieske (PRE 12. 4245). - J. Walker, Kynouria (1936).
Philippson/Kirsten, Die griechischen Landschaften 3, 480-488.
- H. Pernot, Introduction à l'étude du dialecte tsakonien
(Paris 1934).
(2) Cynuria in het zuidwesten van Arcadië, benoorden Parrhasia, maar nog grenzend aan de noordelijke hellingen van de berg Lycaeus en naar het westen zich uitstrekkend tot Triphylië; het landschap werd doorsneden door de Alpheüs.
Als steden worden genoemd Gortys, Thisoa (bij het
huidig Dhimitsana) en Aliphira; deze namen, evenals
de bewoners van de Lycaeus, als zelfstandige gemeenten
deel aan de stichting van Megalopolis;
C. heeft nooit een politieke eenheid gevormd.
[Te Riele]