Elymais

kaartElymais (Ελυμαΐς), griekse naam van een landschap in het zuidwesten van Iran, dat de hoogvlakten en de valleien ten oosten van de rivier de Karun omvat. Oorspronkelijk was E. een deel van Elam (o.a. de Malamirvallei) en nadien van het perzische rijk der Achaemeniden. Na de verovering door Alexander de Grote (331 vC) werd Susiana (de vlakte van Susa) rechtstreeks geregeerd door de Seleuciden, maar de hellingen en bergen van het huidige Bakhtiari, ten oosten en noordoosten van Susiana, die toen de naam E. droegen, behielden een zekere onafhankelijkheid. Aldus waren Susiana en E. tijdens de hellenistische periode twee geografische en politiek gescheiden eenheden. Slechts nu en dan werd E. voor zeer korte perioden onderworpen door de Seleuciden. De pogingen van de koningen Antiochus III (223-187 vC) en Antiochus IV Epiphanes (175-163 vC) om dit gebied te bemachtigen en de schatten van zijn tempels buit te maken liepen op niets uit. In 148/147 vC veroverde koning Kamnaskires van E. Susiana en verhief zich tot vorst van Susa. Zijn regering was slechts van korte duur. In 140 vC verjoeg Mithridates I, koning van de Parthen, Karnnaskires uit Susa. Later viel hij E. zelf aan (139 vC) en plunderde en vernielde de tempels van Athena en Artemis (de tempel Azara die Antiochus IV in 164 niet had kunnen plunderen).

Door de verovering van Mithridates I kwam E. onder parthische heerschappij, doch behield in de schoot van het arsacidische rijk een zekere onafhankelijkheid als vazalstaat. Een van de privileges dat het had weten te bewaren was het slaan van eigen munten. Sinds 45 vC was geheel Susiana weer in de macht van E. In 224 nC kwam E. onder het bestuur van de Sassaniden.

In de landstreek E. bloeide tijdens het bewind van de Arsaciden een parthische beeldhouwkunst met provinciaal karakter, die vooral in rotsreliëfs tot uiting komt.


Lit. F. H. Weissbach (PRE 5, 2458-2467). [Vanden Berghe]


Kaart