Twee steden in Egypte (Ἡρακλούπολις).
(1) Heracleopolis. Griekse naam van de egyptische
stad nn-nsw.t, later hw.t-nn-nsw.t (huis van het koningskind),
in akkadische teksten hininisi, metropool
van de 20e opper-egyptische gouw, tussen het
Faijüm
en de Nijlvallei gelegen.
De moderne naam is Ehnâs (van koptisch hnes) en
Ehnâsyeh el-Medina; hebreeuws hanes. De heer van
deze stad was de god met ramskop hry-s.f (hij die op
zijn vijver is), naam die later gewijzigd werd tot
hry-sfy (hij die over de sfy.t (aangesteld?) is); hierop
berust de griekse vorm Ἀρσαφης
(Chnum). Het
woord sfy.t betekent 'majesteit, aanzien' en op grond
van dit begrip werd blijkbaar een verband gelegd met
Heracles. De
stad heeft tijdens de Eerste Tussenperiode
een politieke rol gespeeld, toen de gouwvorsten
van H. de koningstitel aannamen; zij vormen
de 9e en 10e dynastie
(Egyptenaren).
Onder hen bevinden zich drie koningen die Cheti
(of Achthoi) heten alsook
Merikare, die door de
wijsheidsliteratuur bekend is. Het grafveld
van H. ligt bij Sedment. Van de tempel van
Herisjef en van een andere tempel ten zuiden hiervan
zijn onbelangrijke ruïnes bewaard. Te H. werden
door U. Wilcken en H. Schäfer talrijke griekse
papyri uit romeinse en byzantijnse tijd opgegraven,
waarvan het merendeel door een brand vernietigd
werd. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden links) staat Heracleo voor Heracleopolis.
(2) Heracleopolis Parva. Een stad die wij, in tegenstelling met de eerste,
H. Parva noemen wordt door de geograaf
Ptolemaeus
als metropool van de Sethroïtische gouw vermeld
en door het
Itinerarium Antoninum halfweg
tussen Tanis en Pelusium gelocaliseerd.
Lit. RÄR 286-289. Gardiner 2, 113*v.; 176*. Porter/Moss 4,
118.
[Vergote]