Melite of Melita (Μελίτη), het tegenwoordige Malta,
een 237 km² groot eiland ten zuiden van
Sicilië,
van welks zuidkust het ca. 90 km verwijderd is. M.
ligt op een gunstige plaats op de verbindingswegen
tussen het westelijk en oostelijk gedeelte van de
Middellandse Zee en trok reeds vroeg bewoners
aan. De oudste sporen van menselijke bewoning
dateren uit het paleolithicum. In het neolithicum en
de bronstijd moet het eiland een grote bloei gekend
hebben, blijkens de imposante resten van grottentempels,
necropolen en megalithische monumenten
(belangrijkste vindplaatsen Hal Safleni en Hal Tarxien
bij La Valletta, Hagiar Kim en Mnaidra). Rond
het midden van het 2e millennium vC kwamen de
eerste contacten met Kreta en Griekenland tot
stand.
In de 8e eeuw vestigden zich
Pheniciërs op
M., dat in de 5e of 4e eeuw vC onder carthaagse
heerschappij kwam. Nadat het reeds in de
eerste
punische oorlog (264-241) door de Romeinen geplunderd
was, bezetten dezen het eiland definitief
in 218 vC en deelden het als civitas foederata in bij
de provincie Sicilia. Sindsdien had M. weinig meer
te betekenen. De overblijfselen uit de romeinse tijd,
o.a. van villa's, zijn schaars en onbeduidend. De catacomben
van St. Paul (2e-4e eeuw nC) in Melite (Rabat) zijn erg uitgebreid. Hiernaast een foto
van de grote hal.
De apostel Paulus
leed op zijn reis naar Rome
in het najaar van 60 nC schipbreuk op de kust van
M. en bracht de volgende winter op het eiland door
(Hand 27,27-28,12).
Lit. J. Weiss (PRE 15, 543-547). F. Biancofiore (EAA 4, 802-811). - F. Zammit, Prehistoric M. (Oxford 1930). M. Murray, Corpus of the Bronze Age Pottery of M. (London 1934). J. D. Evans, M. (London 1959; duitse vertaling 1963). M. Cagiano de Azevedo, Testimonianze archeologische della tradizione paolina M. (Rome 1966). Id.,d., C. Caprino e.a., Missione Archeologica Italiana a M. Rapporto preliminare della campagna 1969 (Rome 1972). [Nuchelmans]