Panormus (Πάνορμος), naam van vele griekse
havenplaatsen, o.a. op de kust van Klein-Azië, Kreta,
Attica en Chalcidice. Het bekendst is de niet-griekse
stad P. op de noordkust van
Sicilië, het huidige
Palermo, ca. 200 km ten westen van
Messana.
P. werd ca. 600 vC gesticht als phenicische
kolonie; de naam die de Grieken haar gaven
('aan allen een goede ligplaats biedend') heeft zij
te danken aan de voortreffelijke haven, waar o.a. de
carthaagse troepen in 480 vC landden voor de slag
bij Himera.
In 276 vC werd P. door Pyrrhus ingenomen; tijdens de eerste punische oorlog kwam het in 254 vC na een langdurig beleg in romeins bezit. In de provincie Sicilia was het een van de vijf civitates sine foedere immunes ac liberae; keizer Augustus vestigde er een colonia Romana.
De antieke stad, waarvan de ongeveer rechthoekige
vorm te reconstrueren is aan de hand van de resten
van de stadsmuren en de ligging van de grafvelden,
bestond uit twee door een muur van elkaar
gescheiden kernen: de oudste lag tussen het huidige
parlementsgebouw, het Palazzo dei Normanni, en de
kathedraal, de jongere tussen de kathedraal en de
haven. Antieke resten zijn in Palermo tengevolge
van de permanente bewoning schaars; bekend is
onder meer de plaats van het tofeth, de punische
offerplaats in de open lucht.
Lit. K. Ziegler (PRE 18, 2 (3), 660-678). V.Tusa (EAA 5, 870-873). - Recente opgravingsverslagen van I. Tamburello in Notizie degli Scavi di Antichità 1966, 288-297; 1967, 354-378; 1968, 243-271; 1969, 277-315; en in Palermo. Rinvenimenti archeologici nell'ultimo ventennio (Sicilia Archeologica 6, 1973, 19-24). [J. A. de Waele]