Himera (Ἱμέρα), griekse stad op de noordkust van
Sicilië,
gelegen aan de monding van de gelijknamige
rivier, ruim 45 km ten oosten van Palermo.
H. werd in 649 vC door kolonisten uit
Zancle gesticht met gemengde dorisch-ionische
bevolkingselementen. Toen de plaatselijke tiran
Terillus kort voor 480 vC door
Theron van
Acragas
werd verdreven, riep hij de hulp van de Carthagers
in, die met een geweldige troepenmacht kwamen
(Hamilcar).
Voor H. wisten Gelon
van Syracuse
en Theron hun echter een verpletterende nederlaag
toe te brengen: slag bij H. In 476 vC werd wegens
een samenzwering een groot deel van de burgerij
door Theron afgemaakt, waarna deze nieuwe kolonisten
aantrok. Tijdens de atheense expeditie naar
Sicilië (415-413) koos H. de zijde van
Syracuse. In
409 vC werd de stad opnieuw door de Carthagers
bedreigd en ditmaal volkomen verwoest
(Hannibal).
Ze werd meer westwaarts als Thermae herbouwd.
Recente opgravingen (1964vv) hebben op het plateau
van H. enige woonhuizen en het grondplan van
archaïsche tempels met terracotta-versiering aan
het licht gebracht. Ten noorden daarvan in de vlakte
ligt de dorische peripteros-tempel met 6x14 zuilen
(22 x 55 m) die na de slag bij H. werd gebouwd; de
grandioze spuiers bevinden zich te Palermo. De
munten van H. dragen als symbool de haan, de verkondiger
van de dag (hemera).
In H. woonde en werkte de dichter
Stesichorus.
Lit. K. Ziegler (PRE 8, 1613-1620). J. Marconi-Bovio (EAA 4, 119-121). - P. Marconi, H. Lo scavo del tempio della Vittoria e del temenos (Atti e memorie della Società Magna Grecia 1930, 41-200). A. Adriani, Nuovi scavi ad H. (Kokalos 10/11, 1964/1965, 287-292). Id., Scavi di H. (ib. 13, 1967, 216-232). Id. e.a., Himera I - Campagne di scavo 1963-1965 (Rome 1970). [J. de Waele]