Acragas

kaart SicilieAcragas (Ἀκράγας; latijn Agrigentum; italiaans Girgenti, sinds 1927 Agrigento), belangrijke stad aan de zuidwestkust van Sicilië, ca. 75 km ten westen van Gela.

(I) Ligging. A. lag 4 km van de kust tussen de rivieren Acragas en Hypsas, die zich ten zuiden van de stad verenigen, op een steil rotsplateau, dat van een hoogte van 50 m in het zuiden tot 328 m in het noorden en 351 m in het noordoosten oploopt. Het antieke A. had tijdens zijn bloeitijd de vorm van een onregelmatige vierhoek met een oppervlakte van ca. 625 ha; de lengte van de muren bedroeg meer dan 10 km. Het huidige Agrigento (1958: 45000 inwoners) beslaat slechts de oude acropolis in het noordwesten.

(II) A. en omgeving waren in prehistorische tijden reeds bewoond en er zijn aanwijzingen dat het gebied toen reeds betrekkingen met Griekenland onderhield.

De griekse kolonie A., genoemd naar de rivier ten oosten van het plateau, werd volgens Thucydides (6,4) in 582/581vC gesticht door Doriërs uit het nabijgelegen Gela. De stad kwam spoedig tot grote bloei onder de nog half-legendarische wrede tiran Phalaris (ca. 570-549) en vooral onder Theron (488-472), die samen met zijn schoonzoon Gelo van Syracuse in 480 de Carthagers versloeg bij Himera. De welvaart berustte op de export van graan, wijn, olijven en paarden. Na de verdrijving van Therons zoon Thrasydaeus (471) werd A. een democratie; bij de omwenteling speelde o.a. de wijsgeer Empedocles van A. een belangrijke rol. In de winter van 406/405 viel de mooiste en na Syracuse machtigste stad van Sicilië in handen van de Carthagers; de meeste bewoners kwamen om of vluchtten. Van de volgende decennia is niets bekend. Onder Timoleon (ca. 340) en Phintias (286-280) herleefde A., maar het bereikte nooit meer de macht van weleer. In de eerste punische oorlog werd het beurtelings door de Carthagers en door de Romeinen ingenomen en geplunderd, daarna was A. een welvarende civitas decumana van de romeinse provincie Sicilia. ea. 43 vC verkregen de bewoners het romeinse burgerrecht. De resten van catacomben wijzen op de vroege aanwezigheid van het christendom te A.


(III) De opgravingen, begonnen in de 19e eeuw, zijn na 1945 hervat en leveren nog steeds rijke resultaten op. De grootste roem van A. vormen de voor een deel uitstekend bewaarde resten van zeven aan de zuidrand van het plateau gelegen dorische tempels. Nog uit de 6e eeuw vC dateert de z.g. Heracles-tempel, een archaïsche zeszuilige peripteros (25 x 67 m).

tempel v ZeusVan 480-470 zijn de tempel van Demeter en het in 406 nog niet voltooide Olympieum, een reusachtige, in zijn soort unieke drieschepige pseudo-peripteros (ca. 53 x 110 m), vooral befaamd om de 7,65 m hoge atlanten die samen met de zuilen de zware kroonlijst torsten.

tempel v concordiatempel v heraTussen 450 en 430 kwamen de prachtige tempels van Hera Lacinia (17 x 38 m) en van Concordia (17 x 40 m) tot stand, zeszuilige peripteroi die beide tot in de perfectie aan de verhoudingsregels der dorische bouworde beantwoorden.

tempel v dioscurenGrote gelijkenis daarmee moeten de kort daarna gebouwde heiligdommen van de Dioscuren (tegenwoordig van Demeter en Proserpina) en van Hephaestus vertoond hebben, waarvan slechts schamele overblijfselen resten. In het plaatselijk museum is het kostbaarste stuk de zg. 'ephebe van A.', een marmeren jongensbeeld uit ca. 480 vC. De prachtige munten van A. vertonen als symbolen de adelaar en de kreeft.


Lit. L. Rocchetti/P. Mingazzini (EAA 1, 148-157). - De werken van P. Marconi: Agrigento (Florence 1929); Studi agrigentini (Rome 1930); Agrigento arcaica (Rome 1933); Agrigento, Guida ed itinerari dei musei (Rome 1949). J. Bérard, La colonisation grecque de l'Italie méridionale et de la Sicile dans l'Antiquité- (Parijs 1957) 235-240. F. Krischen, Das Olympieion von Akragas (Archäologischer Anzeiger 57, 1942, 1-19). A. Prado, Il tempio di Giove Olimpio in Agrigento (Agrigento 1953). A. J. Festugière, L'enfant d'Agrigente (Paris 1941). H.Berve/G. Gruben/M.Hirmer, Griechische Tempel und Heiligtumer (München 1961) 81-89; 222-231; illustraties 136-149. Over de recente opgravingen: P. Griffo, Scavi ed ultime scoperte in Agrigento (Agrigento 1946) en Archeoologischer Anzeiger, 1954, 616-629. J.A. de Waele. A. Graeca. Die historische Topographie des griechischen Akragas auf Sizilien (Diss. Nijmegen, 's-Gravenhage 1971). [Nuchelmans]


Kaart