Gela (Γέλα,bewoners Γελῷοι, latijn Gelenses),
gemeenschappelijke dorische kolonie van Rhodiërs en
Kretenzers op de zuidkust van
Sicilië, gelegen aan
de monding van de Gelas ca. 90 km ten westen van
Syracuse; van 1230 tot 1927 Terranova, thans weer
G. geheten. Spoedig na de
stichting (ca. 690 vC) begon een penetratieproces, dat
gekenmerkt werd door voortdurende strijd tegen de
inheemse bevolking, de Sicani. Nadat in 582/581
vC Acragas vanuit G. gesticht was, hield de
expansie spoedig op en werd de moederstad door de
dochter overvleugeld. Onder de tirannen Cleander
(505-498) en
Hippocrates
(498-491) kwam zij tot
een zekere bloei, maar toen hun opvolger
Gelon
tiran van Syracuse was geworden, nam de betekenis
weer af. Na door de Carthagers verwoest te zijn
(405) herleefde G. eerst na de hernieuwde kolonisatie
door Timoleon
(ca. 338). Na zware beproevingen
van de kant van Agathocles werden de
bewoners tenslotte door de tiran Phintias van
Acragas
overgebracht naar de naar hem genoemde stad
Phintias (thans Licata).
Recente opgravingen (1946vv) hebben aanzienlijke
resten van de antieke stad blootgelegd. De acropolis
met twee tempels lag op de oostelijke heuvel (Molino
a Vento). Enkele kleinere heiligdommen (o.a. van
Demeter en Hera) en een stadskwartier uit de tijd
van Timoleon zijn geïdentificeerd. Uit deze periode
dateert ook de uit prachtig gekapte, isodome blokken
opgetrokken stadsmuur, die op de westelijke heuvel
(Capo Soprano) werd ontdekt. Het plaatselijk museum
bevat een belangrijke collectie vondsten uit
G. en omgeving. In G. overleed in 456/455 vC de
dichter Aeschylus.
Lit. K. Ziegler (PRE 7, 946-962). D. Adamesteanu (EAA 3, 798-804). - L. Bernabo Brea, L'Athenaion di G. e le sue terracotte architettoniche (Ann. Scuola Arch. Atene 27/29, 1949/1951, 7-102). P. Griffo/L. von Matt, G. Schicksal einer griechischen Stadt Siziliens (Würzburg 1964). - Talrijke opgravingsverslagen van D. Adamesteanu en P. Orlandini in Kokalos (1, 1955vv) en Notizie degli Scavi di Antichità (o.a. 1956, 203-401 en 1960, 67-246). G. K. Jenkins, The Coinage of G. (Berlin/New York 1970). [J. A. de Waele]