Pherae (Φέραι), griekse stad in het zuidoosten van
Thessalië,
in het landschap Pelasgiotis, gelegen ca.
40 km ten zuidoosten van Larissa; thans Velestinon.
In de prehistorie lag P., dat reeds
in het neolithicum bewoond was, aan de oever van
het Boebeïs-meer. De griekse heldensage verhaalt
van Admetus
en Alcestis, koning en koningin
van P. In de archaïsche tijd wist de stad haar
gebied uit te breiden tot aan de Golf van Pagasae;
sindsdien bezat zij in Pagasae de voornaamste
haven van Thessalië, hetgeen haar welvaart ten
zeerste bevorderde. De grootste bloei van P. viel in
de 4e eeuw vC toen de tirannen Iason en
Alexander
tijdelijk geheel Thessalië onder hun
gezag wisten te verenigen. Aan deze bloei werd
een einde gemaakt door
Philippus II van Macedonië,
die de stad van haar haven beroofde. In de
hellenistische tijd werd zij overvleugeld door
Pharsalus
en Demetrias
en speelde zij geen rol van betekenis
meer.
Van de antieke stad zijn delen van de stadsmuren
bewaard gebleven; griekse en franse opgravingen
hebben resten van tempels en necropolen aan het
licht gebracht.
Lit. Inscripties in IG 9, 2 (Inscriptiones Thessaliae ed. O. Kern 1908) 412-456. - E. Kirsten (PRE Suppl. 7, 1940, 984-1026). - Y. Béquignon, Recherches archéologiques à Phères de Thessalie (Diss. Paris 1937). [Nuchelmans]