Siphnus (Σίφνος), grieks eiland in de Aegeïsche Zee,
een van de Cycladen,
gelegen tussen Parus en
Melus; thans nog S. geheten. De lengte bedraagt
17, de grootste breedte 8 km, de oppervlakte ca.
85 km²; het hoogste punt ligt 694 m boven de
zeespiegel. Het eiland was in de oudheid bekend om
zijn ertsen - o.a. zilverhoudend looderts en goud en
gold als het rijkste van de Cycladen. Op de
antieke acropolis, waarop het moderne dorp Kastro
ligt, bevond zich al in de eerste helft van het 2de
millennium vC een belangrijke nederzetting,
waarvan griekse (1915-1920) en britse (1935-1939)
opgravingen gebouwen en necropolen hebben blootgelegd.
S. was lid van de beide
attische zeebonden.
In de keizertijd had het weinig betekenis meer. Van
zijn rijkdom in de archaïsche tijd getuigt thans nog
het ca. 525 vC gebouwde fraaie z.g. Schathuis van
Siphnus in het Hieron van Delphi.
Lit. Inscripties in IG 12, 5 (Inscriptiones Cycladum ed. F. Hiller von Gaertringen 1903-1909) 480-508, Supplementum (1939) 227-230. - L. Bürchner (PRE 3A, 263-268). L. Guerrini (EAA 7, 328v). Philippson/Kirsten 4, 76-80. - J. Brock/G. M. Young, Excavations in S. (ABSA 44, 1949, 1-92). C. Zervos, L'art des Cyclades (Paris 1957). [Nuchelmans]