Aelianus (Αἰλιανός), naam van twee in het grieks schrijvende Romeinen:
(1) Aelianus Tacticus schreef in het begin van de 2e eeuw
nC in het grieks een leerboek over de taktiek van
de reeds lang in onbruik geraakte macedonische
phalanx, Τακτικὰ of Τακτικὴ θεωρία getiteld. De
waarde is hoofdzakelijk gelegen in het feit dat hij
rijkelijk put uit oudere auteurs over hetzelfde onderwerp,
vooral uit Asclepiodotus en Polybius, wiens
geschrift over de krijgstaktiek verloren is gegaan.
Lit. Editio princeps: F. Robortelli (Venezia 1552). Bruikbare
uitgaven met duitse vertaling bij H. Köchly/W. Rüstow, Griechische
Kriegsschriftsteller 2 (Leipzig 1855).
(2) Claudius Aelianus uit Praeneste (ca. 175-235), waar hij pontifex was, onderwees aanvankelijk retorica te Rome, maar beperkte zich later tot schrijven. Hij zou zo goed grieks gekend hebben, dat zijn taalgebruik van dat van een geboren Athener nauwelijks te onderscheiden was; uit zijn geschriften blijkt, dat dit oordeel van zijn tijdgenoten sterk overdreven is. Van zijn werken zijn bewaaard gebleven:
(a) Περὶ ζῴων ἰδιότητος (De natura animalium; De aard der dieren), een verzameling van stoïcijns-moraliserende anecdotes, ontleend aan de dierenwereld, onder meer van belang vanwege de talrijke excerpten uit Aristoteles, Theophrastus en Aristophanes van Byzantium.
(b) Ποικίλη ἱστορία (Varia historia; Bonte verhalen): het eerste van de 14 boeken behandelt biologische onderwerpen, de rest compileert en excerpeert weer moraliserende verhalen uit levens van beroemde personen; de drie eerste boeken zijn grotendeels in de oorspronkelijke vorm bewaard gebleven, de overige in uittreksels.
(c) Twintig Ἐπιστολαὶ ἀγροικικαί (Boerenbrieven), korte stijloefeningen in de vorm van door attische boeren geschreven brieven.
Enkele fragmenten bezitten we van Περὶ προνοίας
(De voorzienigheid) en Περὶ θείων ἐνεργειῶν (De
duidelijke aanwezigheid der goddelijke macht), waarin
A. met voorbeelden het ingrijpen van de goddelijke
gerechtigheid in de wereldgeschiedenis tracht
aan te tonen. A.' wijsgerige denkbeelden zijn ontleen
aan de Stoa (de wijsheid der natuur!), de leer
van Epicurus
bestrijdt hij fel. De vormgeving van
zijn verhalen is sterk beïnvloed door de retorica van
zijn tijd, de zg.
Tweede Sophistiek. Tegenover zijn
bronnen toont hij weinig kritische zin. De werken
van A. waren bij het nageslacht zeer populair.
Lit. Editio princeps (volledig): C. Gessner (Zürich 1556). Uitgaven
van R. Hercher, Aeliani opera 1-2 (Leipzig 1864-1866).
M.R. Dilts, Aeliani Varia historia (Leipzig
1974). Met engelse vertaling, A. F. Scholfield, Aelian, On the
Characteristies of Animals, 1-3 (Loeb Classical Library, London
1958-1959) en A. R. Benner/F. H. Fobes, Alciphron, Aelian,
Philostratus, The Letters (Loeb Classical Library, London
1949). - GGL 2, 2 (München 1924) 786-791.
Uitgave: [Nuchelmans]