Clitus (Κλεῖτος), naam van twee belangrijke Macedoniërs uit de naaste omgeving van Alexander de Grote:
(1) Clitus 'de zwarte',
een broer van de voedster van
Alexander, was officier in
het leger van Philippus II
en later een der commandanten van Alexanders ruitergarde,
de befaamde 'hetairoi'.
In de slag bij de
Granicus (334) redde hij Alexander het leven. In
328 uitte C. in Maracanda (thans Samarkand) openlijk
zijn misnoegen over de oosterse levenswijze van
de koning. Deze zou hem daarom na een heftige
woordenwisseling eigenhandig gedood hebben.
Lit. W. Kroll (PRE 11, 666). - H. Berve, Das Alexanderreich
auf prosopographischer Grundlage 2 (München 1926) 206-208.
(2) Clitus 'de witte',
in 327 hoofdofficier der infanterie,
sinds 326 cavallerie-officier in Alexanders leger. In
324 keerde hij met Craterus naar Macedonië
terug. In 322 was hij admiraal van de macedonische
vloot en versloeg als zodanig in de
lamische oorlog
de atheense vloot bij Abydus en bij Amorgus.
Bij de conferentie van Triparadisus (321) werd C.
tot satraap van Lydië benoemd. Door
Antigonus I
verdreven, werd hij bij de Bosporus verslagen en op
de vlucht gedood (318).
Lit. Schoch (PRE 11, 666-668).
[Nuchelmans]