Hipparchus (Ἵππαρχος), griekse eigennaam. Het bekendst zijn:
(1) Hipparchus van Athene (6e eeuw vC), tweede zoon van de tiran Pisistratus, jongere broer van Hippias, met wie hij van 528/527 tot 514 vC de regering deelde. In 514 werd vermoord door Harmodius en Aristogiton.
(2) Hipparchus van Nicaea
(ca. 190 tot ca. 125 vC), griekse
geograaf en beroemd sterrenkundige, grondlegger
van de systematische astronomie. De werken van H.,
die hoofdzakelijk op Rhodus, maar vermoedelijk
ook in Alexandrië werkzaam was, zijn verloren gegaan
op één jeugdwerk - een commentaar op het
astronomische leerdicht van
Aratus - en een
aantal fragmenten na. In de geografie bepleitte H.
het gebruik van astronomische observaties bij de
kartografie. Over zijn astronomische theorieën zijn
we betrekkelijk goed ingelicht door Ptolemaeus, in
wiens Almagest H. voortleeft. De bewegingen van
zon, maan en planeten beschreef H. in een geocentrisch
stelsel met epicyciische en excentrische banen;
hij stelde een catalogus van 850 sterren samen, waarvan
hij de coördinaten aangaf. H. ontdekte ook de
precessie van de nachteveningspunten, preciseerde
de lengte van het zonnejaar (365 dagen, 5 uur, 55
minuten en 12 seconden; 6 minuten en 26 seconden
te lang) en de gemiddelde synodische omlooptijd van
de maan (29 dagen, 12 uur, 44 minuten, 2 1/2 seconden;
slechts 1 seconde te kort) en verbeterde
Aristarchus'
schattingen van de afstanden tussen
aarde, maan en zon. Hij maakte een systematisch
gebruik van de z.g. koordenrekening, een vorm van
trigonometrie, waartoe hij een koordentafel vaststelde.
Lit. Fragmenten: C. Manitius, Hipparchi in Arati et Eudoxi
Phaenomena commentariorum libri tres (Leipzig 1894; met
duitse vertaling). D. R. Dicks, The Geographical Fragments
of H. (London 1960; met engelse vertaling). - A. Rehm (PRE
8, 1666-1681). [Nuchelmans]