Pisistratus

Pisistratus (Πεισίστρατος), telg van een attisch adelsgeslacht uit Brauron, geboren ca. 600 vC en driemaal tiran van Athene. Na eerst opperbevelhebber van het atheense leger geweest te zijn en in een oorlog tegen Megara populariteit verworven te hebben, kreeg hij in 561 vC van het atheense volk, met name van de arme bergboeren in het binnenland van Attica, een lijfwacht toegewezen, bezette de Acropolis en begon zijn eerste tirannie. Deze duurde slechts kort; tegen de vereende krachten van twee adellijke heren, Megacles en Lycurgus, en hun achterban was P. niet opgewassen; hij trok zich terug in Brauron. In 558 werd hij, nu met steun van Megacles, opnieuw tiran; onenigheid met Megacles en hernieuwde samenwerking tussen Megacles en Lycurgus maakten in 556 een einde aan zijn tweede tirannie. P. vertrok naar Thracië; met het goud dat hij daar in de mijnen van het Pangaeus-gebergte vond, huurde hij buitenlandse huurlingen en steunend op dezen en op ontevreden elementen in Attica, trok hij in 546 op tegen Athene, versloeg zijn adellijke tegenstanders en vestigde zijn derde tirannie (546-528).

Tijdens zijn bewind liet P. de staatsregeling van Solon onaangetast; hij zorgde ervoor dat familieleden en loyale edelen de ambten bezetten. Diverse voorname attische edelen, die zijn machtspositie niet konden verkroppen, verlieten Athene of werden verbannen (Alcmaeoniden). Pisistratus' bewind is vrij mild en stabiel geweest. Hij steunde vooral op de boeren en op de stadsbevolking van Athene. Weliswaar hief hij een 10% belasting op de agrarische productie maar anderzijds steunde hij de boeren met kredieten. De stadsbevolking vond werk door zijn bouwpolitiek (Acropolis) en in de bloeiende ceramische industrie. Sommige geleerden nemen aan dat P. de atheense bevolking ontwapend heeft (wat op grote spanningen zou wijzen tussen P. en de atheense hoplieten), maar dit is geenszins zeker, ja zelfs onwaarschijnlijk.

P. bestreed de locale machtsposities en invloedssferen van de atheense adelsfamilies en bevorderde het centralisme; hij stelde officiële rechters aan, die de rechtspraak van de adellijke heren op het platteland moesten overnemen; hij reorganiseerde het pan-attische Panathenaeën-feest. Nadat Solon in 594 vC de Atheners het begin van democratische rechten had gegeven, heeft P. de economische positie van de atheense boeren versterkt en het nationale saamhorigheidsgevoel bevorderd. Toen zijn zonen en opvolgers, de Pisistratiden Hippias en Hipparchus, in 510 verdreven waren, kon Clisthenes de democratie verder uitbouwen in een door P. economisch gesaneerd Attica.


Lit. F. Schachermeyr (PRE 19, 156-191). - A. Andrewes, The Greek Tyrants (New York 1963) 100-115. H. Berve, Die Tyrannis bei den Griechen (München 1967) 47-77. H. Pleket, De archaïsche tyrannie (Tijdschrift voor Geschiedenis 81, 1968, 22-53). C. Mossé, La tyrannie dans la Grèce antique (Paris 1969) 50-78. [Pleket]



Lijst van Namen