Phratrie (φρατρία, 'broederschap'), een verwantschapsgroep
in de griekse polis. De p. bestond
uit een aantal geslachten (genos) en vormde op haar
beurt een onderdeel van de phyle. Zij vereerde
een gemeenschappelijke voorvader, belegde vergaderingen,
koos jaar-magistraten en beschikte over geld
en onroerend bezit. De adellijke families probeerden
aanvankelijk de p. tot hun exclusieve domein te
maken, maar reeds ten tijde van Draco waren in
Athene adellijke en niet-adellijke lieden lid van een
p. Opname van pasgeboren Atheners in een p. was
voorwaarde voor verkrijging van de burgerrechten
op 18-jarige leeftijd. Ook nieuwe burgers werden,
met voorbijzien van het strikte verwantschapscriterium,
in een p. ingeschreven. Na de hervormingen
van Clisthenes werd het lidmaatschap van de
deme (dorp, woongemeenschap) het kenmerk bij
uitstek van de burger, maar inschrijving in de p.
bleef, zo al niet noodzakelijk, dan toch zeker normaal.
P, en deme overlapten elkaar gedeeltelijk, omdat
de p. als verwantschapsgroep meestal tevens in
een bepaald woongebied geconcentreerd was.
Lit. K. Latte (PRE 20, 746-756). - M. Guarducci, L'istituzione
della fratria nella Grecia antica e nelle colonie greche d'Italia
(Atti Accad. Lincei 1937v). A. Andrewes, Phratries in Homer
(Hermes 89, 1961, 129-140). Id., Philochoros on Phratries
(JHS 81, 1961, 1-15). W. G. Forrest, The Emergence of
Greek Democracy (London 1966) 50-58. [Pleket]