Stilpo (Στίλπων), griekse wijsgeer, derde hoofd van
de door Euclides gestichte wijsgerige school
van Megara
(ca. 380-ca. 300 vC). Als bekwaam
debater zette S. de traditie van de megarische eristiek
voort en ook als leraar, om. van Zeno, de
stichter van de stoa, had hij veel succes. Van zijn
geschriften, alle dialogen, is niets over.
S. loochende de mogelijkheid van elke andere vorm
van predicering dan de tautologie. In de metafysica
bestreed hij de ideeënleer van
Plato en handhaafde
het monisme dat kenmerkend is voor de
Megarici. Op het gebied van de ethiek onderging
hij de invloed van de cynici en predikte de
'apatheia'. Beroemd werden de woorden die hij sprak
nadat hij bij een plundering van Megara al zijn
bezittingen verloren had: 'epistaman oudeis pherei'
('kennis neemt niemand mee'), die in de Latijnse
versie omnia mecum porto mea ('al het mijne
draag ik bij me') gevleugelde woorden zijn geworden.
Lit. Diogenes Laërtius 2, 113-120. - K. Praechter (PRE 3A,
2525-25 33).
[Nuchelmans]