Sirenen (Σειρῆνες; latijn Sirenes), in het griekse
volksgeloof vrouwelijke zeedemonen, twee of drie
in getal, dochters van Acheloüs en - vooral
volgens latere bronnen - een Muze Terpsichore (of
Melpomene); hun verblijfplaats bevond zich aan de
zuiditaliaanse kust. Zij waren alwetend en hun zang
was zo betoverend dat de winden er door tot rust
gebracht werden en de zeelieden, niet meer denkend
aan de te volgen koers, hun schepen te pletter
lieten lopen op de kust. Odysseus ontkwam
aan dit lot doordat hij op raad van Circe zijn
mannen met was de oren liet dichtstoppen, terwijl hij
zichzelf aan de mast liet vastbinden. De
Argonauten
konden veilig passeren doordat Orpheus
met zijn liederen de S. overstemde, die hierna uit
ergernis zich in de zee zouden hebben gestort of
in rotsen zouden zijn veranderd. Latere tradities
maken gewag van een wedstrijd tussen de Muzen
en de S., waarin eerstgenoemden de overwinning
behaald zouden hebben. Herhaaldelijk werden de
S. in verbinding gebracht met de onderwereld,
waarheen zij de gestorvenen begeleidden. Degenen
die daarvoor in aanmerking kwamen brachten zij
naar het Elysium.
In de beeldende kunsten werden de S. voorgesteld als wezens met een vogellichaam en een vrouwenhoofd; uit de vroegste tijd kennen we echter ook afbeeldingen van mannelijke S. met baarden. Naderhand kregen ze armen en borsten en in zeer late voorstellingen zijn ze geheel vermenselijkt. Hun relatie met de onderwereld maakte dat ze veel op sarcofagen werden afgebeeld, o.a. tijdens hun wedstrijd met de Muzen of - vooral op romeinse sarcofagen - als symbool van de onsterfelijkheid.
Lit. Odyssee 12, 39-54, 154-200. Ovidius, Metamorfosen 5,
551-563. - G. Weicker (Roscher 4, 601-639). Zwicker (PRE
3A, 288-308). H. Sichtermann (EAA 7, 341-344). - K. Latte,
Die S. in der griechischen Mythologie (Festschrift zur Feier
des 200jährigen Bestehens der Akademie der Wissenschaften
in Göttingen 2, Berlin 1951, 67-74). K. Marót, The Sirens
(Acta Ethnographica Academiae Scientiarum Hungaricae 7,
1958, 1-60). G. Benwell/A. Waugh, Sea Enchantress. The tale
of the mermaid and her kin (London 1961). J. Pollard, Seers,
Shrines and Sirens (ib. 1965).
[Schouten]