Orpheus (Ὀρφεύς). Naar de mythische voorstelling, vanaf de 6e eeuw vC door kunst en literatuur vastgelegd, was O. de door Apollo begenadigde zanger, dichter en citerspeler, godsdiensthistorisch daarenboven even vroeg vermeld als de stichter van het dionysisch georiënteerde orfisme. In de prehomerische tijd vóór de trojaanse oorlog (want O. was een der Argonauten) geboren in Thracië, d.i. het land der Muzen benoorden de Olympus, uit Oeagrus (jongere versie: uit Apollo) en de muze Calliope, bracht O. mens en dier, levende en levenloze natuur in de ban vim zijn betoverende muziek.
Als muzische heros was hij tevens de eerste dichter en dus de schepper van de oudste versmaat, de hexameter.
Kernstuk uit zijn mythe, zowel in de
profane optiek als voor de hiernamaalsleer van het
orfisme, is zijn afdaling in de onderwereld. Daar
verkreeg hij van de hellegoden dat zijn geliefde,
Eurydice, hem mocht volgen naar het daglicht, op
voorwaarde dat hij niet naar haar achterom keek,
wat hem niet gelukte (uitgewerkte versie: Vergilius,
Georgica 4, 454-503; Culex 268-295; Ovidius, Metamorfosen
10, 1-73).
Lit. O. Gruppe (Roscher 3, 1058-1207). K. Ziegler (PRE 18, 1200-1316).
A. Bisi (EAA 5, 744-747). [Sanders]