Teucer (Τεῦκρος), griekse persoonsnaam. Het bekendst zijn:
(1) Teucer, legendarische koning in de Troas eponieme vorst van de Teucri. T. gold doorgaans als een zoon van de riviergod Scamander en een nimf van het Ida-gebergte, Idaea; volgens sommige bronnen echter was hij samen met zijn ouders van Kreta naar het trojaanse land gekomen. T.s dochter Batiea (of Arisbe) was de tweede echtgenote van Dardanus, die T. als koning opvolgde. Uit dit huwelijk sproot Erichthonius, die de vader was van Tros, de eponieme stamvader der Trojanen.
Lit. J. Schmidt (Roscher 5, 403-407). F. Schwenn (PRE 5A, 1122v).
J. Vürtheim, Teukros und Teukrer (Rotterdam 1913).
(2) Teucer van Salamis,
legendarische zoon van Telamon
en Hesione, halfbroer en trouwe wapenmakker
van de 'grote' Aiax. Samen met deze nam
hij deel aan de trojaanse oorlog. In de Ilias geldt T.
als de beste boogschutter van het griekse leger voor
Troje; hij doodt talrijke tegenstanders. Wanneer hij
Hector wil treffen met een pijl, raakt hij een ander,
wordt zelf gewond door Hector, maar door Aiax
gered. De volgende dag vecht hij weer mee en verwondt
de Lyciër Glaucus. Bij een tweede poging
om Hector te treffen doet Zeus de pees van zijn
boog springen; T. strijdt verder met zijn lans.
Toen T. zonder zijn halfbroer Aiax, die zich op grond van het hem door de Grieken aangedane onrecht het leven benomen had, uit de trojaanse oorlog terugkeerde, werd hij daarvoor door Telamon aansprakelijk gesteld en verbannen. Vervolgens zou hij op Cyprus het cyprische Salamis hebben gesticht. Links is waarschijnlijk Teucer afgebeeld in het westelijke timpanon van de tempel van Aphaia op Aegina (Glyptothek München).
Lit. Homerus, Ilias 8, 266-334; 12, 370-407; 23, 850-883. Sophocles, Ajax. J. Schmidt (Roscher 5, 407-427). F. Schwenn (PRE 5A, 1123-1131). [Nuchelmans]