Paulinus

Paulinus, naam van twee bekende christelijke auteurs:

(1) Paulinus van Milaan, diaken, secretaris van Ambrosius. Na diens dood begaf hij zich naar Africa, waar hij in pelagianistische twisten verwikkeld raakte. In 417 richtte hij aan de paus een schrijven Libellus adversus Caelestium Zosimo papae oblatus. Verder schreef hij, op aansporing van Augustinus, waarschijnlijk ca. 420, een Vita s. Ambrosii. Zoals P. in zijn proloog zelf zegt, heeft hij zich door de traditie van de monniken-vitae laten inspireren. Ondanks omissies geeft deze Vita belangrijke bijzonderheden over Ambrosius' activiteit als bisschop. Opmerkelijk is Paulinus' interesse voor wonderen en anecdoten.


Lit. Uitgaven: MPL 20, 711-716 (Libellus). M. Pellegrino, Paolino di Milano. Vita di S. Ambrogio (Rome 1961). A. A. R. Bastiaensen, Vite dei Santi 3 (Rome 1975). - A. Paredi, P. of Milan (Sacris Erudiri 14, 1963, 206-230). L. Ruggini, Sulla fortuna della Vita Ambrosii (Athenaeum 41, 1963, 981 10).


(2) Paulinus, bisschop van Nola, christelijk auteur (353 Bordeaux - 431 Nola). P. stamde uit een rijke senatorenfamilie. Hij was een leerling van Ausonius. Vóór 379 werd hij benoemd tot stadhouder van Campanië. Daarna leefde hij op zijn bezittingen bij Bordeaux. In 390 liet hij zich dopen. Een reeks zware beproevingen brachten P. tot het leiden van een ascetisch leven. In Spanje verblijvend, werd hij ondanks zijn verzet daartegen tot priester gewijd. Samen met zijn vrouw trok hij zich in 395 in Nola (Campanië) terug, waar hij de martelaar Felix bijzonder vereerde. In 409 werd P. tot bisschop gekozen.

Van zijn 35 gedichten zijn er 14 Carmina natalicia, gemaakt ter gelegenheid van de sterfdag van de H. Felix (14 januari). Paulinus' poëzie is smaakvol, fraai van vorm, maar mist de poëtische kracht van Prudentius. De ca. 50 brieven, o.a. aan Augustinus en Sulpicius Severus gericht, bevatten belangrijke gegevens, vooral op religieus gebied.


Lit. Uitgave: W. Hartel (CSEL 29-30). Engelse vertaling van de brieven 1-22 door P. G. Walsh (1967). - E. Amann (DTC 12, 68-71). - P. L. Krans, Die poetische Sprache des P. Nolanus (Augsburg 1918). R. C. Goldschmidt, P.' Churches at Nola (Amsterdam 1940). A. P. Muys, De briefwisseling van P. van Nola en Augustinus (Hilversum 1941). P. Fabre, Essai sur la chronologie de l'oeuvre de s. Paulin de Nole (Paris 1948). D. Gorce, Paulin de Nole (ib. 1959). S. Prete, Paolino da Nola e l'umanesimo cristiano (Bologna 1964). J. A. Bouma, Het Epithalamium van P. van Nola (Assen 1968). [Bartelink]


Lijst van Auteurs