Valerius Aedituus, latijnse auteur van erotische
epigrammen
rond 100 vC, van wie o.m. bij Gellius
(Noctes Atticae 19, 9, 10vv) twee specimina zijn bewaard.
Daarin spreekt een verliefde jongeman over
het onvermogen zijn liefde (voor Pamphila) kenbaar
te maken; in het andere, eveneens korte, gedicht is
sprake van een onblusbaar liefdesvuur. Beide gedichten
kunnen tezamen met de epigrammen van
Porcius Licinus en
Quintus Lutatius Catulus
beschouwd worden als de oudste bewaarde
voorbeelden van de erotische
elegie in de romeinse
literatuur.
Lit. Uitgave van de gedichtjes in W. Morel/C. Büchner, Fragmenta
Poetarum Latinorum epicorum et lyricorum praeter Ennium et Lucilium²
(Leipzig 1982 54v. - R. Helm (PRE 7A, 2312v . GRL 1,
166v. - H. Bardon, à littérature latine inconnue 1 (P aris 1952)
131v. J. Granarolo, D'Ennius à Catulle (Paris 1971) 40-44, 50-52.