Gellius naam van een romeinse gens, waarvan sinds de 2e eeuw vC leden bekend zijn. Vermelding verdienen:
(1) Gnaeus Gellius,
geschiedschrijver uit de 2e eeuw vC.
Hij schreef Annales in minstens 30 boeken, die de
romeinse geschiedenis behandelden vanaf de stichting
der stad tot het midden van de 2e eeuw vC. Het
werk, waarvan we slechts een paar fragmenten bezitten,
werd als bron gebruikt door Licinius
Macer en
Dionysius van Halicarnassus.
Lit. F. Münzer (PRE 7, 998-1000). - Fragmenten bij H. Peter,
Historicorum Romanorum Reliquiae 12 (Leipzig 1914 =
Stuttgart 1967) 148-157.
(2) Aulus Gellius, schrijver uit de 2e eeuw nC. Geboren ca. 130 uit welgestelde ouders, waarschijnlijk te Rome, waar hij ook zijn opleiding ontving en bevriend was met o.a. Fronto, ging G. op ca. dertigjarige leeftijd voor verdere studies naar Athene, verbleef daar een jaar, sloot vriendschap met Herodes Atticus en legde er in de 'lange winteravonden' een verzameling excerpten aan uit een grote verscheidenheid van griekse en latijnse auteurs (hij noemt er niet minder dan 275) op allerlei gebied: taal- en letterkunde, oudheidkunde, geschiedenis, wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid enz. Te Rome teruggekeerd, werkte G. onder Antoninus Pius zijn materiaal uit en rangschikte het onder de titel Noctes Atticae (Attische nachten) in 20 boeken, die op boek 8 na bijna geheel bewaard zijn gebleven; onder Marcus Aurelius legde hij er de laatste hand aan.
G. vertoont weinig zelfstandig oordeel, weet echter boeiend te schrijven en voor de nodige afwisseling te zorgen. Hij heeft vele belangrijke bijzonderheden en fragmenten van overigens verloren gegane werken bewaard. G. schrijft ciceroniaans latijn met, overeenkomstig de geest van zijn tijd, een archaïsche inslag. Men heeft hem wel eens de laatste der 'klassieke' schrijvers genoemd. Augustinus en Erasmus achtten hem zeer hoog.
De oudste handschriften van de Noctes Atticae zijn
twee codices uit de Vaticaanse Bibliotheek, Palatinus
latinus 24 (een palimpsest uit de 4e of 5e eeuw) en
Reginensis latinus 597 (9e eeuw).
Lit. Uitgaven: editio princeps van Ioanes Andreas de Buxis
(Rome 1469). Beste recente edities: M. Hertz, Auli Gellii
Noctium Atticarum libri XX 1-2 (Leipzig 1883-1885). C.
Hosius, Auli Gellii Noctium Atticarum libri XX (Leipzig
1903). Met engelse vertaling: J. Rolfe, The Attic Nights of
Aulus G. 1-3 (Loeb Class. Libr., London 1927). Met franse
vertaling: R. Marache, Aulu-Gelle, Les nuits attiques (Paris
1967vv). P. Marshall, Auli Gellii Noctes Atticae 1-2 (Oxford
1968). Duitse vertaling: F. Weiss, G., Die attischen Nächte
(Leipzig 1875v = Darmstadt 1965). - C. Hosius (PRE 7,
992-998). GRL 3, 175-180. - H. Hornsbey, Auli Gellii Noctium
Atticarum liber I (Dublin 1936; met commentaar). R.
Marache, Mots nouveaux et mots archaïques chez Fronton
et Aulu-Gelle (Paris 1957).
Gelofte, zie Register.
[Diercks]