De Lares traden allereerst op als bewakers van kruispunten
(Lares compitales). Te hunner ere werd ieder
jaar in december kort na de Saturnalia -
de praetor
bepaalde de precieze datum - een feest gevierd,
de Compitalia, waarvan de verzorging was toevertrouwd
aan de collegia compitalia, priestercolleges
die voor een groot deel uit vrijgelatenen bestonden.
Door Augustus werd dit feest gereorganiseerd,
waarbij de keizer ook de verering van zijn eigen
genius in het programma liet opnemen. De Lares beschermden
voorts de reizigers, zowel te land (Lares
viales) als ter zee (Lares permarini). Ze fungeerden ook
als de behoeders van de staat (Lares praestites).
Evenals alle echtromeinse godheden hadden de Lares
eigenlijk geen mythologie. Ovidius (Fasti 2, 599-616)
vertelt dat Mercurius de Lares bij Lara heeft verwekt,
maar dit is zo goed als zeker een uitvinding
van de dichter zelf. Bij Plinius maior (Naturalis
Historia 36, 204) lezen we dat de Lar familiaris de
vader was van koning
Servius Tullius; dit moet
wel een antropomorfische versie zijn van het oude
volksverhaal dat, wanneer een vrouw door het vuur
wordt bevrucht, dit vaak de geboorte van een belangrijk
man tot gevolg heeft.
In de beeldende kunsten werden de Lares, die vereerd
werden in het lararium (een kleine kast of ondiepe
nis in het atrium of peristylium), meestal voorgesteld
als twee in wapperende tunica geklede jongemannen met
loshangend haar, die zich in danshouding voortbewegen.
In de ene hand dragen ze vaak
een rhyton, in de andere een drinkschaal. We
vinden ze vaak afgebeeld op altaarreliëfs en muurschilderingen,
bv. in het larauium van de Casa dei
Vettii en elders te Pompeji; ook zijn er veel bronzen
statuetten van L. bekend, bijna alle uit de keizertijd.
Lit. G. Wissowa (Roscher 2, 1868-1898). F. Boehm (PRE 12,
806-833). M. Floriani Squarciapino (EAA 4, 479-485). K.
Latte. Römische Religionsgeschichte (München 1960) 90-94.
- G. Laing, The Origin of the Cult of the L. (Classical Philology 16,
1921, 121-140). E. Tabeling, Mater Larum. Zum
Wesen der Larenreligion (Frankfurt a. M. 1932). G. K.
Boyce, Corpus of the Lararia of Pompei (Memoirs American
Acad. in Rome 14, 1937). F. Boemer, Ahnenkult und Ahnenglaube
im alten Rom (ARW, Beiheft 1, Leipzig 1943).
[Schouten]