Pilatus, cognomen van Pontius, romeinse procurator
van Judea (26-36), nu ook bekend uit een te
Caesarea
gevonden inscriptie. De profane historici
Philo
(Legatio ad Gaium, 38) en
Flavius Josephus
(Ant. 18, 2, 2; 18, 3, 1-4,2; 18, 6, 5; Bell. 2,
9, 2-4) weten weinig goeds over hem te melden. Zolang
hij zich door de antijoodse Seianus gedekt
wist, kon hij ongestoord de joden tarten. Na Seianus'
dood werd Pilatus' positie wankel en het schijnt dat
dit feit door de tegenstanders van Jezus uitgebuit
is (Mc 15,1 e.p.). Zijn barbaarse optreden tegen de
Samaritanen werd hem tenslotte noodlottig en in de
winter van 36/37 werd hij door
Vitellius, de legaat
van Syrië, afgezet en naar Rome gestuurd om zich
te verantwoorden. Volgens een niet onwaarschijnlijk
bericht van Eusebius (Historia ecclesiastica 2, 7)
werd hij daar gedwongen zelfmoord te plegen. Uitvoerig
bericht hierover de apocriefe Mors Pilati
(Evangelia apocrypha ed. Tischendorf, 456-458).
Andere lezingen vindt men in de Cura sanitatis
Tiberii en de Vindicta salvatoris (ib. 471-486).
In de joodse literatuur wordt P. afgeschilderd als
het prototype van een antiserniet. De christenen
hebben hem vanaf Justinus (Apologia 1, 35 en 48)
steeds meer opgevoerd als getuige van de onschuld
van Jezus. Verschillende apocriefe geschriften danken
hun ontstaan hieraan, zoals de brief van P. aan
Claudius (Hennecke 1, 353-356), de Paradosis Pilati
(ib. 357v) en de Acta Pilati, ook bekend als het
evangelie van Nicodemus (ib. 330-353). Deze laatste
zijn misschien een antwoord op de heidense P.acten,
die ten tijde van Maxentius zijn ontstaan
(Eusebius, Historia ecclesiastica 1, 9; 9, 5, 1). Het
verst gaat in deze richting de ethiopische kerk, die
P. als heilige vereert. Hierboven een mozaïek met Pontius
Pilatus en Jezus uit de San Apollinare Nuovo in Ravenna (6e eeuw nC).
Lit. Schürer 1, 488-492. E. Bammel, Φίλος τοῦ Καίσαρος
(ThLZ 77, 1952, 205-210). P. L. Maier, Pontius P. (New
York 1968; duits: Wuppertal 1970). Id., The Fate of Pontius
Pilate (Hermes 99, 1971, 362-371). S. G. F. Brandon, Pontius
P. in History and Legend, in Religion in Ancient History
(New York 1969) 254-267. H. Volkmann, Die Pilatusinschrift
von Caesarea Maritima (Gymnasium 75, 1968, 124-135). E.
Weber, Zur Inschrift des Pontius P. (Bonner Jahrbücher 171,
1971, 194-200). [Bouwman]