Gaius C. Longinus, romeins
rechtsgeleerde, achterkleinzoon
van de jurist Servius Sulpicius
Rufus, kleinzoon van de jurist Quintus Aelius
Tubero, leerling van
Sabinus uit het plebejische gens Cassius.
C. was consul suffectus
in 30 nC, proconsul
van Asia in 40-41 en
legaat
van Syria van 45 tot 49. Hij werd in 65 door
Nero verbannen;
door Vespasianus teruggeroepen,
stierf hij kort daarna in 69. C. volgde zijn leermeester
op als hoofd van de rechtsschool der z.g.
Sabiniani, die naar hem ook Cassiani werden genoemd.
C. schreef Libri iuris civilis, die door Javolenus
Priscus bewerkt werden; origineel en bewerking
hebben sporen nagelaten in juridische geschriften
van later tijd.