De legende vertelt dat de koning zich als balling begaf naar
Porsenna,
koning van de Etruskische stad Chiusi om militaire steun te verkrijgen en zo
in Roma terug te keren. Porsenna willigde het verzoek van de koning die bij zijn
geslacht hoorde, in, zette zich persoonlijk aan het hoofd van zijn troepen en
marcheerde naar de stad. Nadat hij daar was aangekomen, begon hij het beleg;
maar de heldendaden van de Romeinen - Horatius Cocles,
Mucius Scaevola, Cloelia -
waren zodanig, dat na enige tijd de koning van Chiusi het nuttiger oordeelde
zijn vriend en de onderneming in de steel te laten.
De vijandigheiden met de Etrusken werden vele jaren voorgezet, speciaal bij de
verovering van de stad Veii, waarvan het beleg vermeldenswaard bleef: zoals dat
van Troje duurde dit tien jaar en voor de eerste keer kregen de Romeinse soldaten
een soldij ter compensatie van de verwaarlozing van de velden en van het verlies
van de oogst.