De Pyramide van Cestius

Pyramide van Cestius, gezien vanuit het zuiden;
op de achtergrond de Porta Ostiense.
In het jaar 12
vóór Chr. stierf Gaius Cestius Epulo. Hij
was tijdens zijn leven
praetor,
volkstribuun en VIvir epulonum.
Gaius Cestius was
helemaal gefascineerd door de Egyptische cultuur en vooral door de
pyramiden.
Daarom liet hij in zijn testament zetten dat zijn erfgenamen
(o.a.
Marcus Agrippa)
van het geld dat hij hen naliet, een pyramide voor hem
moesten laten bouwen als grafmonument voor hem.
C(aius) CESTIVS L(uci) F(ilius) POB(lilia tribu) EPVLO PR(aetor) TR(ibunus) PL(ebis)
VII(septem)VIR EPVLONVM
Caius Cestius Epulo, zoon van Lucius, uit de Pobliblia-stam, praetor, tribunus plebis,
zevenman van de feestmaaltijden (ter ere van Iupiter)
In een inscriptie
op de piramide is te lezen dat deze in 330 dagen werd
voltooid. De piramide is ca. 36 meter hoog en aan de voet ca. 30 meter
breed. De piramide is later opgenomen in de muur van
Aurelianus. Hij is
opgebouwd uit travertijnse stenen en is geheel met marmer bekleed. Volgens
de overlevering was de top vroeger
verguld. Binnen in de pyramide
bevindt zich de zes bij vier meter grote, beschilderde grafkamer.