De catacomben van Sint-Calixtus, rechts aan de
Via Appia, voorbij het kerkje "Quo Vadis?" behoren tot de
grootste en indrukwekkendste catacomben van heel Rome.Zij
ontstonden in het midden van de tweede eeuw en vormen een
uitgestrekte begraafplaats van bijna 15 hectaren, in een netwerk van
gangen bij benadering 20 km. lang. Op sommige plaatsen hebben
deze catacomben 4 verdiepingen en een diepte van meer dan 20 meter.
Tientallen martelaren, 16 pausen en zeer veel christenen
vonden hier een graf.
Deze catacomben werden genoemd naar de diaken Calixtus die in het begin van de derde eeuw door paus Zephyrinus aangesteld werd als beheerder van dit ondergronds kerkhof. Zo zijn de catacomben van Sint-Calixtus de eerste officiële begraafplaats van de kerk in Rome.
Aan de oppervlakte bevinden zich twee kleine basilieken "Trichorae" genoemd. In de oosterse tricora werden waarschijnlijk paus Zephyrinus en Tarcisius, de jonge martelaar van de eucharistie, begraven.
Het ondergronds kerkhof bevat verschillende
gebieden. De cryptes van Lucina, van de pausen
en van de heilige Cecilia zijn de oudste (tweede
eeuw). De andere gebieden worden bepaald met de
namen van Miltiades (eerste helft van de derde
eeuw), Gaius en Eusebius (einde van de derde
eeuw). Er is nog een westelijk gebied (eerste deel
van de vierde eeuw) en het gebied van Liberius
(tweede helft van de vierde eeuw).
De catacomben van Callixtus zijn toevallig herontdekt door De Rossi in 1849.
Hiernaast een foto van de crypte van de pausen.