Agapitus I, 13 mei 535 - 22 april 536 (als heilige vereerd).
Hij was de zoon van een priester die in 502 gedood was door aanhangers van tegenpaus Laurentius. Agapitus I was sterk gekant tegen de praktijk dat een paus zijn opvolger aanwees en daarom begon hij aan zijn pontificaat met een publieke verbranding van het document van paus Bonifatius II (530 - 532) waarmee hij tegenpaus Dioscorus had veroordeeld (zie daarover bij Bonifatius II). Als paus nam Agapitus ook krachtig stelling tegen de vroegere arianen in Noord-Afrika en het oosten. Ondanks een beroep op hem van keizer Justinianus verbood hij hun de uitoefening van het priesterambt. Tegelijkertijd werd de paus gedwongen om heilig vaatwerk te verpanden om daarmee zijn reis naar Constantinopel te betalen. Een reis waartoe hij onmiskenbaar werd gedwongen door Theodahad, de laatste Ostrogotische koning van Italië. De koning had iets vernomen over plannen van de keizer voor een invasie in Italië om het gebied na bijna zestig jaar Germaans koninkrijk weer bij het keizerrijk in te lijven. Hoewel hij een triomfantelijk welkom in Constantinopel kreeg, slaagde de missie van de paus niet. De keizer legde uit dat de plannen voor de invasie niet meer konden worden herroepen.
Maar Agapitus I slaagde er te Constantinopel wel in de keizer te bewegen patriarch
Anthimus van Constantinopel af te zetten omdat hij een monofysiet was. De paus
wijdde de nieuwe patriarch, Mennas. Ook stemde hij in met het keizerlijk verzoek de
orthodoxie van de theopaschitische formule te bevestigen. Paus Hormisdas (514-523)
had deze afgekeurd maar paus Johannes II (533 - 535) had hem aanvaard. Op 22
april 536 stierf de paus te Constantinopel. Zijn lichaam werd in een loden kist teruggebracht
naar Rome en begraven in het portaal van de Sint-Pieter. Feestdag: zo september
in het westen; 17 april in het oosten.