(1) Titus, vriend en
reisgezel van de apostel Paulus.
In de Hand wordt hij niet genoemd. Hij was van
heidense afkomst en dus niet besneden. Daarom
nam Paulus hem als 'test case' mee naar het apostelconcilie
in Jeruzalem, waar de kwestie van de besnijdenis
aan de orde kwam (Gal 2, 1 en 3). T. werd
door Paulus naar Corinthe gezonden om te bemiddelen
in het conflict met deze gemeente (2Cor 2, 13;
7, 6; 8, 6-23; 12,18) en slaagde er blijkbaar in het
geschil bij te leggen (2Cor 7, 13-15). Volgens Tit 1,
4 verbleef hij later op Kreta, waar hij de aan hem
gerichte brief ontving. Volgens 2Tim 4, 10 deelde T.
Paulus' gevangenschap en werd hij belast met een
speciale zending naar Dalmatië. Volgens de traditie
stierf hij als bisschop van Kreta.
Lit. E. Fascher (PRE 6A, 1579-1586). Zie Pastorale brieven.
[Bouwman]
(2) Titus, bisschop van Bostra, de hoofdstad van de
romeinse provincie Arabia, in de 4e eeuw. Hij zou
door Julianus Apostata van zijn bisschopszetel
zijn verdreven. Van zijn literaire vaardigheld legt
het werk Tegen de manicheeën in vier boeken, dat
kort na 363 geschreven is, getuigenis af. Het is tot
3,7 in het grieks bewaard, terwijl we over een volledige
syrische vertaling beschikken. In de eerste twee
boeken werkt T. met zuiver filosofische argumenten;
in de laatste twee worden oud- en nieuwtestamentische
passages die in de controverse met de manicheeën
een rol speelden, geanalyseerd. Via talrijke
catenenfragmenten kennen we zijn Lucas-homilieën
gedeeltelijk; van een preek op het feest van
Epiphanie zijn syrische fragmenten bewaard gebleVen.
Lit. Uitgaven: MPG 18, 1069-1264. De syrische tekst van Tegen de
manicheeën in P.A. de Lagarde, Titi Bostreni contra Manichaeos
libri quatuor Syriace (Berlin 1859, ²Hannover 1924). De
catenenfragmenten in J. Sickenberger, T. von Bostra. Studien
zu dessen Lukashomilien
(TU 21, 1, Leipzig 1901). De syrische fragmenten van de
Epiphanie-homilie in I. Rucker, Florilegium Edessenum anonymum
(Sitzungsberichte der Bayerischen Akad. Wiss., Philosophisch-historische
Abteilung, Heft 5, München 1933) 82-87. - R.P. Casey
(PRE 6A, 1586-1591). - Bardenhewer 3, 269-273. Quasten 3, 359-362.
- A. Baumstark, Der Text der Mani-Zitate in der syrischen
Übersetzung des T. von Bostra (OC ser. HI, 6, 1931, 23-42). P.
Nagel, Neues griechisches Material zu T. von Bostra (Studia Byzantina
2, Berlin 973) 285-350. J. Reuss, Bemerkungen zu den LukasHomilien
des T. von Bostra (Bb 57, 1976, 538-541). [Bartelink]