Uraeus of Ureüs (Οὐραιος), volgens Manetho naam
van de slang die op het voorhoofd van de egyptische
goden en koningen prijkt. Egyptisch i 'r.t betekent
'zij die zich opricht' en geeft uitstekend de houding
van de goddelijke cobra weer. Aanvankelijk is de
U. een zelfstandig juweel, aan een diadeem bevestigd,
dat vaak boven de nemes of hoofddoek gedragen
wordt. Sinds het Middel-Rijk is hij aan de kroon
bevestigd en er wordt dan een beneden-egyptische
U. van de opper-egyptische onderscheiden. De eerste
belichaamt de sang Uto, de tweede de gier
Nechbet en dit
geeft er aanleiding toe dat, bv. op
het gouden masker van
Tutanchamon, de slang en
de kop van de gier de kroon sieren. De betrekking
van de U. tot Uto wordt
door meerdere teksten bevestigd
en dit laat veronderstellen dat de cobra als
symbool van het prehistorische koninkrijk van
Buto het
eerst gedragen is geworden door Horus,
die te Buto thuis hoorde en zelf koning was. Van
hem zou dit symbool op de andere goden en op alle
koningen overgegaan zijn.
De cobra beschermt de god en vernietigt zijn vijanden
met haar brandende adem. Zij is zijn oog, dat
uit hem ontsproten is. Op grond van deze opvatting
is de U. verbonden geworden met de Mythe van het
Zonneoog (Ubastet). Op de
foto is duidelijk de Uraeus met de gier op de gouden grafkist van
Toetanchamon te zien.