Aquitania, geografisch en etnografisch het zuidwestelijke
deel van het oude Gallië, tussen de Garonne
en de Pyreneeën (vgl.
Caesar, De bello Gallico 1,1).
Toen de Romeinen in dit gebied kwamen, werd het
bewoond door een iberische bevolking, die in cultureel
en religieus opzicht sterk van de overige Galliërs
verschilde. Ze werd aan het romeinse gezag
onderworpen door Caesars legaat
Publius Licinius
Crassus in 56 vC en door Agrippa.
Bij Augustus'
reorganisatie van de provinciale indeling van Gallië
werd Aquitania een afzonderlijke keizerlijke provincie, die
ook het gebied tussen de Loire en de Garonne omvatte
en bestuurd werd door een legatus pro praetore;
deze resideerde in Burdigala,
het huidige Bordeaux.
Bij de reorganisatie van
Diocletianus werd
deze provincie Aquitania met Gallia Narbonensis
samengevoegd tot de dioecesis Viennensis.
De belangrijkste steden van Aquitania waren
Burdigala,
Avaricum (Bourges),
Augustonemetum
(Clermont-Ferrand), Aginnum (Agen), Divona (Cahors),
Mediolanium (Saintes), Vesunna (Périgueux) en
Limonum (Poitiers). Het oostelijke deel van de
provincie bestond uit het moeilijk toegankelijke
bergland van Auvergne.
Lit. M. Ihm (PRE 2, 335-337). G. C. Susini (EAA 1, 522v).
O. Hirschfeld, Aquitanien in der Römerzeit (Kleine Schriften,
Berlin 1913, 209vv). A. Grenier, La Gaule province romaine
(Paris 1946). [Nuchelmans]