Ardea, oude, ook thans nog zo geheten stad in
Latium,
ca. 5 km van de zee, ca. 35 km ten zuiden van
Rome, waarmee het verbonden is door de Via Ardeatina.
A. zou gesticht zijn
door een zoon van
Odysseus en
Circe of
Danaë. De
opgravingen hebben uitgewezen dat de omgeving
van A. reeds in het begin van de ijzertijd bewoond
was, en bevestigen de schriftelijke overlevering dat
A. in de 6e en 5e eeuw vC een belangrijke stad was,
aanvankelijk nog als hoofdstad van de
Rutuliërs,
later als lid van de latijnse bond en sinds 442 als
colonia iuris Latini en romeins bolwerk tegen de Volsci. Vanuit
A. zou Camillus
in 390 vC opgebroken zijn om de
Galliërs
uit Rome te verdrijven. Vanaf ca. 300 vC
ging de stad echter in betekenis achteruit, onder
meer tengevolge van de malaria. In de volgende
eeuwen was ze nog slechts een religieus centrum.
Bij de opgravingen zijn o.a. resten van de vestingwerken,
van twee archaïsche tempels (midden 6e
eeuw) en van een basilica (ca. 90 vC) aan het licht
gekomen.
Lit. C. Hülsen (PRE 2, 612v). C. Caprino (EAA 1, 600v). A. Boëthius, Ardea romana (Roma 12, 1934, 291-306). Id., Ardeatina (Apophoreta Vilelmo Lundström oblata, Göteborg 1936, 346-388). A. Andrén, Scavo sull' Acropoli di Ardea (Acta Inst. Regni Sueciae, 1954, 1-20). [Nuchelmans]