Corsica (Κύρνος), groot en bergachtig eiland in de
Middellandse Zee tussen de ligurische kust en
Sardinië.
De oppervlakte bedraagt ruim 8700 km², de
hoogste toppen reiken tot boven 2600 m. Terwijl de
westkust steil en onherbergzaam is, bezit de
oostkust enkele goede havens. De oudste bewoners van
C. zouden Iberiërs
vermengd met Liguriërs zijn
geweest. In 564 vC stichtte de ionische stad
Phocaea
aan de monding van de Rhotanus de kolonie
Alalia. De griekse kolonisten werden echter 25
jaar later door Carthagers en Etruriërs verdreven.
In 259 en 231 vC zonden de Romeinen expedities
naar het eiland, die leidden tot de verwoesting van
Alalia, de verdrijving van de Carthagers en de
onderwerping aan het romeinse gezag. Samen met
Sardinië werd C. in 227 vC de tweede romeinse provincie;
in de keizertijd was het een zelfstandige provincie,
die nu eens van de keizer dan weer van de senaat
afhankelijk was. Sulla
vestigde op de plaats van het
oude Alalia de colonia Aleria, nadat
Marius een
zestigtal kilometers noordelijker Mariana had gesticht;
het binnenland was slechts in naam onderhorig
aan de Romeinen. Dat de romanisering van C.
slechts oppervlakkig was, bewijst onder meer het
feit dat op het eiland slechts enkele tientallen latijnse
inscripties zijn gevonden.
Lit. C. Hülsen (PRE 4, 1657-1660). G. Susini (EAA 7, 48v). - X. Poli, La Corse dans l'antiquité et dans le haut moyenage (Paris 1907). E. Pais, Storia della Sardegna e della Corsica (Rome 1923). [Nuchelmans]