Eridanus

Eridanus (Ἠριδανός).

(1) Eridanus, in de griekse mythologie als een der goddelijke stromen van het Westen zoon van Oceanus en Thetis. Phaëthon stortte met de zonnewagen aan zijn oevers neer en werd er beweend door de Heliaden, wier tranen in barnsteen veranderden (Ovidius, Metamorfosen 2, 3 19-366). Bij de E. vroeg Heracles aan de nimfen de weg naar de tuin der Hesperiden, en via de E. bereikten de Argonauten het land der Kelten en de Middellandse Zee. In de archaïsche tijd gelokaliseerd in het verre Westen en toen reeds met de Padus (Po) vereenzelvigd, door Herodotus in het hoge Noorden geplaatst, in de klassieke tijd tevens identiek of verbonden geacht met de Rhodanus (Rhône), lijkt de E. een herinnering aan de prehistorische handelswegen die de barnsteen naar Griekenland brachten. E. is ook de naam van een sterrebeeld en van de infernale rivier waarin Tantalus werd gekweld.


Lit. L. von Sybel (Roscher 1, 1308-1309). I. Escher (PRE 6, 446-448). [Sanders]


(2) Eridanus, attische beek, die ten noordoosten van Athene op de Lycabettus ontspringt, door het noordelijke deel van de antieke stad stroomde, deze via de Heilige Poort verliet en enkele kilometers verder in de attische Cephisus uitmondt. [Nuchelmans]


Kaart