Padus

kaartPadus, latijnse - oorspronkelijk waarschijnlijk keltische of venetische - naam van de Po, de langste (ca. 680 km) en belangrijkste rivier van het italische schiereiland. De P. ontspringt op de Monte Viso (Mons Vesulus) in de Cottische Alpen (Alpes Cottiae) en mondt met een wijdvertakte delta ten noorden van Ravenna uit in de Adriatische Zee. De delta heeft sinds de oudheid ingrijpende veranderingen ondergaan en de kustlijn heeft zich over een grote lengte door voortdurende aanslibbing van door de P. meegevoerde stenen en zand ver in oostelijke richting verplaatst, op sommige plaatsen tot 25 km toe. In de 1e eeuw nC was de waterrijke rivier vanaf Turijn bevaarbaar, maar niet zonder risico's.

De grote laagvlakte die door de P. en zijn talrijke zijrivieren wordt gevormd, is uitermate vruchtbaar landbouwgebied en trok vanaf de oudste tijden bewoners. Vanaf het 3e millennium vC nam de bevolkingsdichtheid toe. In cfe bronstijd (1600-1200 vC3 werd de oostelijke Po-vlakte bewoond door de z.g. terramaricoli, die hun nederzettingen op terremare, een soort terpen, bouwden. Vanaf ca. 1200 vC verbleven er tijdelijk de indo-europese stammen (Italiërs) die vanuit het Donaugebied naar Middenen Zuid-Italië trokken. Een groot deel van de vlakte werd in de 6e eeuw vC bezet door de Etruriërs, die zich vestigden in o.a. Mantua, Spina, Adria, Felsina en Ravenna (?). De Etruriërs werden ca. 400 vC verdreven of onderworpen door gallische stammen, die zich van geheel Noord-Italië meester maakten en waaraan dit zijn latijnse naam Gallia Cisalpina of Citerior, verdeeld in Gallia Cispadana en Transpadana, te danken had. De voornaamste gallische stichtingen waren Mediolanum, Bononia, Mutina en Brixia. De Romeinen leerden de P. kennen tijdens hun oorlogen tegen de Galliërs in de 3e eeuw vC; na hun onderwerping stichtten zij aan of niet ver van de P. de kolonies Cremona (218 vC), Placentia (218 vC), Mantua (ca. 200 vC), Bononia (189 vC), Mutina (183 vC) en Parma (183 vC); Mediolanum werd municipium in 89 vC, Ravenna en Brixia in 49 vC. Vanuit deze steden, die door een goed wegennet met elkaar verbonden waren, werd de Po-vlakte in de loop van de 2e en le eeuw vC snel geromaniseerd.


Lit. H. Philipp (PRE 18, 2178-2202), H. Nissen, Italisch Landeskunde 1 (Berlin 1883) 174-214. [Nuchelmans]


Kaart