Hierapolis (Ἱεράπολις), naam van twee steden.
(1) Hierapolis in Phrygië, gelegen bij de grens
van Carië ten
noordwesten van Colossae; thans Pamukkale. De
stad werd gesticht ca. 190 vC, waarschijnlijk door
Eumenes II
van Pergamum, en was bekend om
haar warme bron, waarmee een heiligdom verbonden
was. Ze werd echter herhaaldelijk door aardbevingen
geteisterd; de thans nog zichtbare ruïnes
(o.a. hoofdstraat, thermen en theater) behoren
waarschijnlijk tot de in de 1e eeuw nC herbouwde stad.
In H., dat door Paulus
vermeld wordt in zijn brief
aan de Colossenzen (4,13), zou de apostel Philippus
gestorven en begraven zijn.
Lit. Ruge (PRE 8, 1404v). A. Giuliano (EAA 4, 25-29). C. Humann/C. Cichorius/F. Winter, Altertümer von H. (Jahrbücher des Deutschen Archäologischen Instituts, Erganzungsheft 4, Berlin 1898). Sh. E. Johnson, Laodicea and its Neighbours (BA 13, 1950, 1-18).
(2) Hierapolis in Syrië,
gelegen aan de grote karavaanweg
van Beroea naar Edessa, niet ver van de rechteroever
van de Eufraat; thans Manbidj. De stad heette
oorspronkelijk Mabbog en wordt in assyrische documenten
uit de 9e eeuw vC Bambuki genoemd, in
de hellenistische tijd, nadat ze - door
Seleucus I? gehelleniseerd
was, Βαμβύκη; de naam H. duikt pas
in de keizertijd op. H. was een belangrijke
grensvesting en een welvarende pleisterplaats op de
handelsroute van Rome naar het Oosten, vooral na de
verwoesting van Palmyra in 273 nC. Beroemd was
de grote tempel van Atargatis en Hadad, die
pelgrims uit de hele wereld trok. De stad was een
van de centra van de ketterij der
monofysieten. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden links) wordt H. als Hierapoli vermeld.
Lit. Honigmann (PRE, Suppl. 4, 1924, 733-742). - H. Stocks, Studien zu Lukians Dea Syria (Berytos 4, 1937, 1-40). G. Goossens, H. de Syrie. Essai de monographie historique (Universite de Louvain, Recueil de Travaux d'Histoire et de Philologie 3, 12, 1943). [Nuchelmans]