Met het griekse woord ἰσθμός, landengte,
werd in het bijzonder aangeduid de 6 km brede
landengte van Corinthe, tussen de Peloponnesus en
de rest van Griekenland. De I. was
niet alleen van grote betekenis als verbindingsweg
te land en ter zee, maar ook als verdedigingslinie bij
aanvallen op de Peloponnesus. Reeds in de myceense
tijd werd hij door een muur versterkt; het bekendst
is de muur die in 480 vC tegen de Perzen
werd aangelegd en die later herhaaldelijk vernieuwd
is (de huidige resten stammen uit de 6e eeuw
nC).
Al in de oudheid zijn verschillende pogingen ondernomen
om de I. te doorgraven, o.a. door
Periander,
Demetrius Poliorcetes,
Caesar,
Caligula en
Nero;
de talrijke sporen die van Nero's onderneming
tot het einde van de 19e eeuw zichtbaar waren zijn
bij de aanleg van het moderne kanaal (1881-1893)
verdwenen. In de oudheid (sinds de 6e eeuw vC) liep
over de I. een δίολκος ('oversleep, overtoom'), waarover
de schepen van de Golf van Corinthe naar de
Saronische Golf en omgekeerd werden gesleept of
gerold en waarvan aan het westelijke uiteinde enkele
stukken aan het licht gekomen zijn.
Ten zuiden van
het oostelijke uiteinde van het kanaal zijn grote delen
blootgelegd van het uitgestrekte Poseidonheiligdom
met tempels, stadion, theater en thermen. Daar
werden om de twee jaar de
Isthmische spelen
gehouden.
Lit. D. Fimmen (PRE 9, 2256-2265). Philippson/Kirsten 3, 71-80. L. Guerrini (EAA 4, 246-248). - Verslagen van de opgravingen van de universiteit van Chicago: O. Broneer, Excavations at Isthmia (Hesperia 22, 1953; 24, 1955; 27, 1958; 28, 1959; 31, 1962). [Nuchelmans]