Lavinium, oud stadje in Latium, gelegen 20 km ten
zuidoosten van de Tibermonding en 3 km van de
kust; thans Pratica di Mare. L.
zou gesticht zijn door Aeneas,
die het naar zijn
gemalin Lavinia noemde; vanuit L. stichtte Aeneas'
zoon Ascanius
Alba Longa, de moederstad van
Rome. In de 6e en 5e eeuw vC was L. een van de
voornaamste leden van de latijnse bond. In de latijnse
oorlog (340-338) bleef het trouw aan Rome,
waarvoor het met behoud van zijn autonomie werd
beloond. Ook op religieus gebied hadden de Romeinen
bijzondere relaties met de stad: de hoogste
romeinse magistraten brachten bij de aanvaarding
van hun ambt een offer aan de godin
Vesta en aan
de Penaten
van L., die als identiek golden met
de Penaten van Rome en met de Penaten die
Aeneas uit Troje had meegebracht. De Venustempel
van L. was een gemeenschappelijk heiligdom van
alle Latijnen.
Na veel incidentele vondsten zijn vanaf 1957 in L. systematische opgravingen verricht, die o.a. resten van twee tempels aan het licht hebben gebracht en bij een daarvan dertien grote altaren, waarvan de oudste uit de 6e eeuw vC dateren.
Lit. H. Philipp (PRE 12, 1007-1012). F. Castagnoli (EAA 4, 510v). - G. B. Trovalusci, L. (Marino 1928). [Nuchelmans]