Mogontiacum, romeins legioenskamp en stad op de
linkeroever van de Rijn tegenover de monding van
de Main, thans Mainz. Het kamp,
dat tussen 18 en 13 vC aangelegd was, werd door
Drusus
gebruikt als operatiebasis bij zijn offensief
tegen de Germanen (11-9 vC). In de eerste eeuw nC
lagen in M. twee legioenen. Tijdens de
bataafse opstand
(69-70) werd de vesting belegerd door de
Chatti en Mattiaci, maar ontzet door Vocula. Een
tweede aanval der opstandelingen bracht de legio
IV Macedonica en de legio XXII primigenia ertoe
trouw te zweren aan de opstandige Galliërs;
Cerealis heroverde het kamp. Na de verovering van de
Agri decumates rechts van de Rijn was volledige
bezetting niet meer nodig en verbleven in M. slechts
de legio XXII of afdelingen daarvan; het
hoofdkwartier van het leger van Germania superior bleef
er echter gevestigd.
De burgerlijke nederzetting die bij het kamp
ontstond groeide snel uit tot een aanzienlijke stad, die
evenwel nooit officieel stadsrechten ontving. Zij was
de hoofdstad van Germania superior en later van
Germania prima. Er was al vroeg een christengemeente,
zoals blijkt uit talrijke vroegchristelijke inscripties
en uit Ammianus Marcellinus
(27,10), die
vertelt dat in 368 de Alamannen onder Rando de
stad overvielen toen er een groot christelijk feest
werd gevierd. Ook wordt al vroeg een bisschop vermeld.
Waarneembare sporen van romeinse gebouwen zijn
in Mainz zeer schaars. De stad had een theater (foto rechts) en
van de waterleiding die haar en het garnizoen van
water voorzag staan nog een aantal pijlers overeind (zie onder).
Talrijk zijn de in M. gevonden
beeldhouwwerken en
inscripties uit de romeinse tijd, waaruit de betekenis
en de welstand blijken; ze bevinden zich in het
Römisches-Germanisches Zentralmuseum ter plaatse.
Lit. M. Besnier (PRE 15, 2422-2433). J. Briegleb (EAA 4, 781-784). - G. Behrens Mainz vor der Römerzeit (Mainz 1947). D. Baatz, M. Neue Untersuchungen am römischen Legionslager in Mainz (Limesforschungen 4, Berlin 1962). H. von Petrikovits, M., das römische Mainz (Mainzer Zeitschrift 58, 1963, 27-36). [Stolte]