Mylasa (τὰ Μύλασα), belangrijke stad in Carië,
ca. 40 km ten noordoosten van Halicarnassus en
15 km van de kust gelegen; thans Milas.
De nederzetting ontstond in het 2e millennium
vC bij een heiligdom van Zeus Carius. Oorspronkelijk
door tirannen geregeerd, kwam M. na
494 vC onder perzisch bewind. Sinds 479 was het
lid van de attische zeebond,
doch vanaf 441 weer
zetel van een satraap.
Na de satrapen Hecatomnus
(390-377) en vooral Mausolus
(377-353) nam M. in
betekenis af ten gunste van Halicarnassus. Een
groot aantal gebouwen was opgetrokken in ter
plaatse gedolven marmer; bewaard zijn een romeinse
tempel en een mausoleum (1e eeuw vC?). Ca.
15 km ten noorden van M. was het Zeusheiligdom
van Labraunda gelegen, dat via een heilige weg te
bereiken was.
Lit. W. Ruge (PRE 16, 1046-1064). N. Bonacasa (EAA 5, 303-305). - A. Akarca, Milas (Istanbul 1954). Id., Les monnaies grecques de Mylasa (Paris 1959). [J. A. de Waele]