Ephialtes (Ἐφιάλτης), griekse eigennaam. Het bekendst zijn:
(1) Ephialtes van Trachis,
verrader die in 480 vC, toen
Xerxes' aanvallen op Leonidas' stellingen in de
Thermopylen
zonder succes bleven, aan de Perzen
een pad wees dat hen met een omtrekkende beweging
in de rug van de Grieken bracht. Na de slag
bij Plataeae
stelde de amphictyonie van Delphi een
prijs op het hoofd van E.; deze vluchtte naar Thessalië,
maar werd later bij zijn terugkeer naar Trachis
gedood.
Lit. Herodotus 7, 213-218. - H. Swoboda (PRE 5, 2848v).
(2) Ephialtes van Athene,
politicus die in 471 vC Themistocles
na diens verbanning opvolgde als leider
van de democratische partij in zijn vaderstad, voornaamste
tegenstander van de conservatieve en pro-spartaanse
politiek van Cimon, die vanaf 476
talrijke successen voor Athene had behaald. Toen
Cimon in 462 Sparta hulp bood bij het onderdrukken
van een helotenopstand, was
voor de democraten de maat vol. Tijdens Cimons verblijf in Messenië
wist E. met behulp van de jonge Pericles een aantal
wetten te doen aannemen die de politieke bevoegdheden
van de Areopaag, het bolwerk van de
atheense adel, overdroegen aan raad, volksvergadering
en volksrechtbank. Cimon werd in 461 door het
schervengerecht getroffen, weinige dagen later werd
E. het slachtoffer van een in opdracht van conservatieve
elementen gepleegde moordaanslag. Zijn
werk werd voortgezet door Pericles.
Lit. H. Swoboda (PRE 5, 2849-2852). [Nuchelmans]